De werkgroep telt ieder jaar het aantal woningen met zonnepanelen in de wijk. Sinds 1 november dit jaar liggen er in totaal 2010 panelen op 153 daken. Dat is 44% van alle woningen. De groei zet dus door. Ondanks de steeds langere levertijden zijn er dit jaar 33 woningen extra voorzien van panelen. Het laagste aantal per dak is 6 stuks, Het grootste aantal is 42. Gemiddeld liggen er 13 panelen op onze daken. Steeds vaker ook in een oost-west opstelling. Vooral na afloop van de salderingsregeling (waarover nog steeds geen definitief besluit is gevallen) is dit extra gunstig. Een oost-west opstelling heeft minder opbrengst per paneel dan een paneel op het zuiden, maar er kunnen er zo wel meer panelen op een dak, dus een grotere totaalopbrengst.
De opbrengst van de panelen is afhankelijk van het vermogen van de panelen. Een aantal jaren geleden lag het vermogen per paneel rond de 250 Wp (Wattpiek). Inmiddels is 400 Wp normaal. Bijna het dubbele.
Met het dak op het zuiden wordt de verwachte jaaropbrengst als volgt berekend: het totaal aantal Wp van de panelen maal factor 0,85. Dus een dak met 10 panelen van 400 Wp heeft een totaal vermogen van 10 x 400 = 4.000 Wp. Dit maal factor 0,85 geeft een verwachte jaaropbrengst van 3.400 kWh (kiloWattuur). De werkelijke opbrengst zal per jaar verschillen en is ook afhankelijk van de locatie in Nederland. Het is raadzaam een inschatting te maken van het toekomstig energieverbruik. Denk daarbij aan warmtepompen en elektrische auto’s.
In tegenstelling tot een jaar geleden brengt een duurzame woning (lees: een woning met lage energiekosten) meer op dan een minder duurzame. Het energielabel wordt steeds belangrijker. Was de terugverdientijd eerder een jaar of zeven, inmiddels is drie a vier jaar de realiteit. Zelfs al je hiervoor geld moet lenem is het zeer aantrekkelijk. De overheid verstrekt nog steeds duurzaamheidsleningen tegen een rente van 1,6%. Kijk hiervoor bij het Energieloket.